Aan de hand van door de TU Delft uitgevoerde laboratoriumproeven is aangetoond dat de verbinding tussen de houten paalkop en de betonnen oplanger, zoals toegepast onder de onderzochte panden, in geval van horizontale grondverplaatsingen niet snel kritisch is voor het functioneren van de fundering.
Horizontale grondverplaatsingen die gepaard gaan met zettingen naast panden hebben in het onderzochte geval niet geleid tot beperkingen in het functioneren van de fundering. Deze conclusie is voor het onderzochte geval ook van toepassing indien er aanmerkelijk grotere zettingen, in de orde van meerdere meters, zouden optreden.